Emoties en lichaamsgericht werken
Zelfregulatie leren is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van kinderen, waarvan de basis in de eerste levensjaren wordt gelegd.
Het vermogen van een kind om zijn/haar emotionele toestand en emotionele reacties te reguleren, beïnvloedt hun familie, leeftijdsgenoten, academische prestaties, mentale gezondheid op de lange termijn en hun vermogen om te gedijen in een complexe wereld.
Vaak als we met kinderen werken die te maken hebben met angsten, boosheid, verdriet, gebrek aan zelfvertrouwen, verminderde veerkracht etc werken we met cognitieve gedragstherapie als basis. We ondersteunen kinderen om te leren hun gedachten om te zetten naar gedachten die hen helpen, positievere gedachten. Hierdoor zullen zij ook hun gevoelens positief beinvloeden.
Echter, wanneer wij alleen inzetten op het cognitieve onderdeel en kinderen (en ouders) niet meer leren over wat er in het lichaam gebeurt, missen we een belangrijk onderdeel om kinderen te leren omgaan met (heftige) emoties.
Om onszelf te reguleren, moeten we verschillende gevoelens opmerken, controleren en herkennen – en ze op de juiste manier aanpassen aan elke situatie. Dit betekent niet altijd dat je negatieve gevoelens moet verminderen en positieve gevoelens moet vergroten. Negatieve gevoelens alleen maar onderdrukken en onszelf dwingen ze niet te uiten, is geen goed zelfreguleringsproces.
Onze hersenen reguleren via twee delen van ons zenuwstelsel.
De eerste is er een nood- of snelreactiesysteem – het “gaspedaal”. Zijn primaire taak is om de vecht-of-vluchtreactie van het lichaam te activeren.
Zie dit als het gaspedaal in een auto. Wanneer geactiveerd, stelt dit systeem ons lichaam in staat snel te bewegen door onze hartslag te versnellen, de spijsvertering af te sluiten en de bloedsuikerspiegel te verhogen voor snelle energie.
Wanneer een kind echt opgewonden raakt, is dit systeem op volle toeren en gaan de emoties op hoog tempo”. Soms wordt deze reactie het emotionele brein (of benedenbrein) genoemd dat de controle overneemt.
De tweede is een kalmerend of dempend deel van de hersenen – de ‘rem’. Dit systeem activeert langzamer, maar als het dat doet, vertraagt het onze hartslag, verhoogt het de spijsvertering en bespaart het energie.
Dit kalmerende deel van ons zenuwstelsel kan het “hoge snelheidseffect” van het vecht-of-vluchtsysteem tegengaan, en het is cruciaal bij het beheersen van onze lichaamsfuncties en emotioneel welzijn. Dit kalmerende systeem wordt gereguleerd door het cognitieve brein (of bovenbrein).
Wanneer deze systemen in balans werken, werkt ons lichaam naar behoren en hebben we emotionele controle. Maar als de systemen uit balans zijn, moeten we onze zelfreguleringstechnieken gebruiken om ze weer gezond te maken.
Omdat de vecht-of-vluchtreactie van cruciaal belang is voor het overleven van de mens, is het geen toeval dat het “gaspedaal” zich vóór de geboorte ontwikkelt. Elke ouder weet dat pasgeborenen perfect in staat zijn om zich genoeg op te winden om ouders te waarschuwen voor hun behoeften, of waargenomen gevaar, door te huilen.
Wanneer wij direct met een kind aan de slag gaan met het cognitieve gedeelte, dus leren om anders naar een situatie te kijken, terwijl het al in de situatie zit, dan kan je je voorstellen dat het kind hard op het gaspedaal aan het drukken is en geen ruimte heeft om met zijn/haar gedachten aan de slag te gaan.
We zullen kinderen eerst moeten leren hun lichaamsseintjes beter te gaan leren kennen. Waar voel ik het in mijn lichaam als ik in de vlucht/vecht/bevries houding kom? Wat voel ik voordat dit gebeurt en nog belangrijker, als ik op het gaspedaal heb getrapt….waar zit mijn rem? Hou kan ik mijzelf weer zo tot rust brengen zodat ik ook echt weer bij mijn bovenbrein kan komen en na kan gaan denken over andere/helpende gedachten?
De beste manier om kinderen dit te leren is door ze het te laten ervaren met behulp van praktische oefeningen.
En wat natuurlijk nog belangrijker is, is om ouders hierin tools aan te bieden om hun kind te helpen op die rem te drukken! Want als je als ouder op zo’n moment probeert het bovenbrein aan te spreken terwijl een kind nog niet tot rust is gekomen, dan kan je de situatie alleen nog maar verder laten escaleren.
Als jij als professional zowel kinderen als de ouders hierin kan ondersteunen door hen te laten ervaren en op die manier te leren, dan leg je de meest prachtige basis voor de verdere emotieregulatie voor nu en in de toekomst!
Nu is het zo dat het voor kinderen onder de 7 jaar vrijwel onmogelijk is om zelf hun niet-helpende gedachten om te zetten in helpende gedachten.
Toch kan je ook de kinderen tussen 5 en 7 jaar al veel basis bieden hierin, vooral door hen juist meer te leren over waar hun rem zit en hoe ze deze kunnen intrappen!